Karakter van de druif: Corvina, Molinara en Rondinella
De gebruikte druiven voor de Amarone della Valpolicella zijn vooral de autochtone corvina veronese (40-70 % waaronder ook de corvinone wordt verstaan) en in mindere mate de rondinella (20-40% voor kleur en structuur) en molinara (5-25 % voor ronding en verfijning). Er mag tenslotte nog maximaal 15% andere druivensoorten worden gebruikt, zoals de autochtone croatina, dindarella, forselina, negrara, oseleta en rossignola. Ook de cabernet franc maakt steeds vaker deel uit van de blend, dit tot ergernis van veel traditionele producenten.

De corvina veronese is zonder twijfel de belangrijkste druif voor amarone, maar in verschillende opzichten geen gemakkelijke druivensoort. In goede jaren geeft de corvina een surplus aan aroma's en karakter, in minder goede jaren neemt de kwaliteit echter onevenredig snel af. Belangrijke kenmerken zijn impressies van kersen, een hint van bittere chocolade, een bittertje als in amandelen en stevige zuren. De genereuze opbrengst vergt beheersing van het rendement, ten behoeve van voldoende complexiteit, concentratie en structuur. De beste resultaten worden bereikt op heuvels met een vulkanische of alluviale ondergrond, zoals in Lombardije en natuurlijk de Veneto. De corvina beschikt over een krachtige stok die goed bestand is tegen de koude. De bloei komt relatief laat tot stand, maar hij rijpt daarentegen vrij snel. Opmerkelijk is het feit dat de eerste knoppen van de takken geen fruit dragen, hetgeen een lange snoeivorm eist. Om deze reden is de pergola voor deze druif nog altijd de meest geschikte snoeimethode. De pergola vraagt evenwel relatief veel onderhoud en maakt machinaal oogsten onmogelijk. De trossen zijn compact en de dikke schil heel resistent, een voorwaarde voor een succesvol drogingsproces, de basis voor reciote of amarone.
 


Tegenwoordig kiezen steeds meer producenten voor de corvinone, beschouwd als een (al dan niet ver) familielid van de corvina. De corvinone draagt wel fruit aan de eerste knoppen en maakt een moderne snoei en oogsten mogelijk. Experimenten hebben bovendien aangetoond dat de corvinone meestal dieper van kleur en rijker aan suiker en tannines is dan de corvina, hetgeen de toenemende populariteit eveneens verklaart. Nadeel is echter een tamelijk beperkte productie en de gevoeligheid voor ziektes. De rondinella biedt wat dat betreft meer opbrengst en zekerheid. De betrouwbaarheid compenseert in belangrijke mate de beperkte complexiteit van de rondinella, zeker voor producenten van middenklasse wijnen die niet bedoeld zijn om te ouderen. Een hoofdrol zal de rondinella echter nooit spelen, daarvoor komt deze druivensoort simpelweg kwaliteit tekort.


Bron: Proefschrift - februari 2004


Terug webpagina Alle druivensoorten: Corvina - Molinara - Rondinella  >>