Carmenère; klassiek Chileens

Een druivenras dat in de Médoc een belangrijke rol speelde vóór phylloxera. Maar juist omdat carmenère zo door oïdium en phylloxera werd getroffen en mede daardoor lage opbrengsten had, werd de druif bij herplanting aan het eind van de 19e eeuw in Bordeaux volledig de rug toegekeerd. In totaal zouden nu nog volgens Eduardo Chadwick slechts zo'n 15 ha in de Médoc verspreid over een aanzienlijk aantal Châteaus aangeplant staan. Een met 'uitsterven' bedreigd druivenras dus, ware het niet dat een Franse ampelograaf (druivenkenner) in 1997 in verschillende Chileense wijngaarden opmerkte dat het blad van bepaalde als merlot aangeduide wijnstokken afwijkend was en dus een ander druivenras moest zijn. De producenten hadden natuurlijk ook wel - al jaren - gemerkt dat deze druiven in de jaarlijkse cyclus in de wijngaard vaak tot drie weken later rijpte dan 'echte' merlot. Ook Eduardo Chadwick, eigenaar van Viña Errazuriz had bezoek gehad van een ampelograaf uit Montpellier met dezelfde bevindingen. Chadwick was niet zeker of het blij moest zijn met de ontdekkingen van de wetenschapper; hij vreesde een schandaal. Immers, gedurende decennia was aangenomen dat dit merlot was en was de wijn als merlot geoogst, gevinifieerd, verpakt èn verkocht. Wat zou er gebeuren nu zou blijken dat het visitekaartje van Chili, merlot, helemaal geen merlot was? Het pakte echter heel anders uit; nadat met zekerheid was vastgesteld dat het hier ging om het druivenras carmenère dat vóór phylloxera vanuit Bordeaux naar Chili was geëxporteerd, zagen Chileense producenten mogelijkheden. Mogelijkheden om een klassiek maar vergeten druivenras te positioneren als Chili's 'zinfandel'. Chadwick was overtuigd en herontdekte met zijn staf carmenère. Maar een handvol producenten, waaronder Santa Ines hadden die stap inmiddels al gezet.

Carmenère is ondertussen inderdaad uitgegroeid tot Chili's autochtone druiven. Ook elders ter wereld wordt carmenère zo nu en dan vastgesteld, maar niet in de mate als in Chili. Intussen is vastgesteld door onder andere professor Fregoni dat veel wijngaarden in Noord-Italië waarvan ook werd aangenomen dat het merlot was, in werkelijkheid geen merlot maar carmenère is.

De geur en smaak van carmenère lijkt desalniettemin veel op merlot, vooral zijn rondheid en fruitintensiteit. Ook het feit dat het fruit soms wat jammy overkomt, doet de druif op merlot lijken. Maar daarnaast lijkt carmenère meer herbale elementen als in cabernet franc te laten zien en vooral meer kruidigheid, een onmiskenbaar pepertje. Verder doet de druif als je 'm blind proeft echt denken aan Bordeaux; een klassieke druif dus maar geen cabernet noch merlot. Proefschrift is van mening dat de kwaliteit van carmenère in voorkomende gevallen hoger is dan van merlot voor dezelfde prijs. Waarschijnlijk is de reden hiervan het moeten selecteren van carmenère in de wijngaard om de er een cépagewijn van te maken. Tenslotte is carmenère is gastronomische wijn vanwege zijn klassieke signatuur en mooie fruit.

Bron: Proefschrift | september 2003


Webpagina: Alle druivensoorten - Carmenère